BROEDER ALFONS WOUTERS (1894-1982)
Klik op een kleine foto om te vergroten en door links of rechts op die foto te klikken kan je naar de volgende.
Voor een groter beeld druk op F11 - druk nogmaals op F11 om terug een normaal beeld te zien.
Alfons Wouters, zoon van Ludovicus Josephus Wouters en Joanna Wollants werd geboren op 11 september 1894 te Blauberg-Herselt op enkele kilometers van de abdij van Averbode. Hij was ongeveer tien jaar toen de familie zich ging vestigen te Eindhout in de nu nog bestaande hoeve. In september 1914 werd hij opgeroepen voor het leger, en kon hij, niet zonder moeite, West-Vlaanderen bereiken en vandaar het opleidingscentrum in de omgeving van Le Havre. Aan het front maakte hij vanaf 2 mei 1915 deel uit van het l Regiment karabiniers. Tijdens de oorlog maakte hij kennis met twee jezuïeten, de brancardiers Prosper Colmant (Namur) en Paul Ketels (in maart 1978 op 88-jarige leeftijd overleden te Wépion). Met deze laatste was hij wel bevriend en bleef hij ook in briefwisseling. Op 22 november 1918 maakte hij de triomfantelijke intocht mee door de stad Brussel. Zijn regiment werd op 20 maart 1918 terug opgeroepen voor de bezetting van het Rijnland. Dit duurde tot 7 oktober, de dag waarop hij zijn definitief verlof kreeg uit het leger. Hij werd vereerd met de Zegemedaille en de herinneringsmedaille van de veldtocht 1914-1918 en later ook met het Oorlogskruis met palm. Maar dat hij behouden uit de oorlog kwam, waar heel wat van zijn makkers het leven lieten, heeft hij altijd toegeschreven aan de bescherming van Onze Lieve Vrouw van Lourdes; tijdens een verlofperiode was hij eens op bedevaart naar Lourdes geweest. De devotie tot Onze lieve Vrouw is hij heel zijn leven trouw gebleven en dikwijls is hij later op bedevaart geweest naar Scherpenheuvel
Na zijn demobilisatie is Alfons Wouters eerst werkzaam geweest als landbouwer. Later heeft hij gewerkt in verschillende fabrieken, telkens voor kortere tijd, en ook in een steenkoolmijn, waar hij tot zijn groot spijt niet bij de ondergrondse ploeg kon geraken. Geleidelijk kwam hij tot klaarheid wat betreft zijn roeping tot de Sociëteit, waartoe zijn vriendschap met Pater Ketels zonder twijfel heeft bijgedragen. Op 25 augustus 1924 trad hij dan in het noviciaat te Drongen en had er het genoegen pater Ketels te ontmoeten die er zijn derde jaar deed. Broeder Wouters bleef na zijn noviciaat nog twee jaar te Drongen, eerst als helper van broeder Thiels op de boerderij en vervolgens als verantwoordelijke voor het buitengoed. In het najaar van 1928 wordt hij verplaatst naar het Collège Saint Servais te Luik, waar hij één jaar verblijft als reftermeester en linnenbroeder. Broeder Wouters, die zeer weinig over zichzelf sprak, bekende later dat dit jaar hem zeer zwaar was gevallen. Hij heeft zich daar nooit thuis gevoeld.
 
Van 1929 tot 1935 is hij kok in de residentie en het retraitehuis van Lier, waar hij op 2 februari 1935 zijn laatste geloften aflegt. Hij wordt dan overgeplaatst naar Turnhout. Met uitzondering van een jaar te Drongen (1940-1941) als helper van broeder Caesar Lambrechts in de tuin, is Turnhout zijn verblijfplaats geweest tot 1958. Hij was er kok, eerst op de Apostolische School tot 1940 en daarna op de residentie in de Herentalsstraat. Hier was hij, als enige broeder, ook portier. Wanneer broeder Alfons Hermans hem in 1955 komt vervangen als kok blijft hij er portier en koster. In de hoofdplaats van de Antwerpse Kempen voelt broeder Wouters, zelf Kempenaar in hart en ziel, zich helemaal thuis. Het zijn voor hem gelukkige en gezegende jaren geweest, waaraan hij met vreugde en dankbaarheid terugdacht. Zijn gevoelige persoonlijkheid heeft daar de gelegenheid gevonden om open te bloeien. Zijn evenwichtig karakter, zijn joviale, open omgang met allen, zijn blijmoedigheid en plichtsgetrouwheid en niet het minst zijn ongekunstelde vroomheid maakte dat hij er weldra vele vrienden telde. Vriendschap en vrede had hij broodnodig en die bood hij spontaan ook ruim aan.
 
Na een verblijf van één jaar als kok te Oostakker gaat broeder Wouters als kok en koster met enkele theologantenpioniers het huis van Heverlee, dat nog in opbouw was, betrekken. Definitief is zijn verblijf daar nog niet want tijdens het schooljaar 1961-1962 is hij koster in de residentie van Kortrijk. Als hij dan terugkeert naar Heverlee, hij is dan 68 jaar, treft hij er broeder Felix Vermeulen aan, Enkele jaren later, in 1968, komt ook broeder Emiel Van Diest naar Heverlee. Met hun drieën vormen zij een driemanschap van merkwaardige broederlijke samenhorigheid. Broeder Wouters denkt nog niet aan rust. Hij blijft met grote toewijding en de hem eigen nauwgezetheid het ambt van koster waarnemen tot 1975. Nu hij wat meer tijd heeft voor zichzelf leest hij graag, bij voorkeur, naast geestelijke lezing, een of ander boek over de Eerste Wereldoorlog. Voor ieder in huis is het waarneembaar dat hij een gelukkig mens is, die zijn dagen nuttig en aangenaam doorbrengt.
 
Het overlijden van broeder Van Diest in 1974 grijpt hem diep aan en nog meer dat van broeder Vermeulen drie jaar later. Zelf denkt hij nu meer aan de dood, maar hij blijft rustig en opgeruimd, blij dat hij het communiteitsleven kan meeleven. Hij bleef een zonnetje in huis tot zijn allerlaatste dag.
 
0p maandag 29 november verscheen hij niet in de huiskapel voor de eucharistieviering van 7 uur. Broeder M. Van Akoleijen ging dadelijk kijken en vond hem gezeten in zijn zetel. Zijn kamer had hij reeds in orde gebracht toen hij getroffen werd door een lichte trombose met verlamming van de rechterarm en van het spraakvermogen. Pater rector diende hem de ziekenzalving toe in de loop van de voormiddag. Hij werd dan overgebracht naar de H. Hartkliniek te Leuven, waar reeds de volgende dag de eerste tekenen van verbetering merkbaar waren. Alles liet voorzien dat broeder Alfons toch nog terug naar huis zou kunnen komen, wat hij zelf van harte wenste. Maar tegen alle verwachting in overleed hij zachtjes op 6 december even na zijn ontbijt in de H. Hartkliniek te Leuven aan de gevolgen van een trombose. Alfons Wouters was een fijngevoelig mens en religieus, zachtmoedig en vredelievend, dankbaar voor het minste en zelf vol attenties voor anderen. Wie met hem geleefd hebben weten dat dit niet alleen te wijten is aan zijn goed karakter maar ook zijn diepe verbondenheid met de ‘Goede God’.



Bron: Bovenstaande tekst komt uit een blaadje dat de kloostergemeenschap uitgaf na het afsterven van Broeder Alfons Wouters in 1982.
 
 

Menu

 

info@eindhout.net 

sluiten X

- Copyright - Eindhout.Net
- Alle rechten voorbehouden