ONDERWIJS VANAF 1940

6.HET ONTSTAAN VAN DE GEMEENTELIJKE JONGENSSCHOOL (1940).

 

In 1940 was de tienjaarlijkse aannemingstermijn van de vrije scholen verstreken. Op 30 augustus 1940 kwam de gemeenteraad samen om te beslissen over de heraanneming. De meisjes- en kleuterschool werden opnieuw aangenomen voor de duur van zes jaar maar de aanvaarding van de vrije jongensschool werd verworpen en op diezelfde zitting werd beraadslaagd over de oprichting van een gemeentelijke jongensschool, alhoewel dit punt niet op de dagorde vermeld stond. "Om tijdig te voorzien in scholen en leerkrachten,opdat het onderwijs normaal zou kunnen doorgaan", werd éénparig besloten op 1oktober de gemeentelijke jongensschool op te richten en de ambten van schoolhoofd en vijf onderwijzers vacant te verklaren. Vermits de gemeente toch voor de nodige financiën zorgde om de vrije jongensschool in stand te houden,oordeelden de raadsleden dat de gemeente het bestuur van de school maar helemaal moest overnemen. Dit was echter niet naar de zin van pastoor Adriaensen en onderpastoor Clerckx die vreesde dat de school in de toekomst socialistisch of liberaal kon geïnspireerd worden als die strekkingen de meerderheid bij de verkiezingen zouden halen.

Op de raadszitting van 18 september 1940 werd overgegaan tot de aanstelling van het onderwijzend personeel. Het waren dezelfde leerkrachten uit de vroegere vrije school die benoemd werden, nl. schoolhoofd Jozef Das en de onderwijzers Karel Binnemans, Frans Cools, Juul Smolders en Jozef Herbots. Alfons Aerts werd tot waarnemend onderwijzer aangesteld. De "meesters" van de jongensschool waren nu gemeenteambtenaren.

Meisjesschool Eindhout klas zuster Joanitta 6de studiejaar (1941-1942)

1 Lie Voet 2 Alice Raeymaekers 3 Margaretha Dillen 4 Anna Wijnants 5 Jeanette Ver Bruggen 6 Lucie Van de Ven 7 Ida Plu 8 Leonie Wilems 9 Yvonne Van Dessel 10 Wieza Hoes 11 Marie Pollé 12 Josephine Belmans 13 Amelie Belmans 14 Elisa Plu 15 Clemence Cools 16 Jeanne Huygens 17 Josephine De Boel 18 Lien Dauwen 19 Theresia Aerts 20 Melanie Geudens.

 

7. HET ONDERWIJS NA DE TWEEDE WERELDOORLOG.

 

Na het vervallen van de zesjaarlijkse aannemingstermijn, werden op 6 januari 1947 de meisjes- en kleuterklassen weer voor  zes jaar door de gemeente aangenomen. In 1949 viel er een klas weg in de meisjesschool. Het eerste en tweede leerjaar werden samengevoegd. Dat jaar werd een bijzondere onderwijzeres benoemd om onderricht te verstrekken aan de vierde graad, het zevende en achtste leerjaar. Omstreeks 1950 kocht de Congregatie het gebouw aan waar vroeger de melkerij was gevestigd, evenals het huisje ernaast. Hier werd de bibliotheek ingericht. In 1951 mochten de meisjes uit vier klassen de oude lokalen verlaten om hun intrek te nemen in een "nieuwe" schoolruimte. Er werd ook een bergplaats voor hout en kolen, evenals nieuwe toiletten bijgebouwd.

Op 7 juni 1948 werd nog eens besloten twee bijkomende klassen voor de jongensschool op de Meir te bouwen "overwegend dat er reeds tijdens de bezetting plannen werden gemaakt om deze bouw te verwezenlijken, maar dat de werken ten gevolge van de oorlogsomstandigheden niet konden uitgevoerd worden". De aanbesteding van de werken werd goedgekeurd op 28 april 1949. Bij de vier lokalen aan de Meir werden er twee bijgebouwd en daarnaast werd ook een turnzaal en een "overdekte koer" opgericht. De gemeente betaalde 40% van de kosten, een gedeelte daarvan werd gerecupereerd uit de verkoop van het afbraakmateriaal van de twee oude lokalen in het Dorp die toen werden gesloopt. Daarnaast werd een lening aangegaan bij het Gemeentekrediet te bedragen van 300.000 fr.

Onderwijzend personeel jongensschool Eindhout (omstreeks 1950)

Van L naar R: Boven : Louis Cools, Alfons Aerts, Juul Smolders. Onder : Frans Cools, Jozef Das (hoofdonderwijzer), Karel Binnemans.

Op 19 december 1955 nam Jozef Das ontslag als schoolhoofd, een functie die hij gedurende 32 jaar had bekleed. Frans Cools volgde hem in die hoedanigheid op. Op 1 oktober 1956 werd opnieuw een zesde meisjesklas ingericht.

In de periode 1954-58 werd het land weer verscheurd door een schoolstrijd, nadat een homogene CVP-regering in de jaren 1950-54 had getracht de materiële problemen van het vrij onderwijs op te lossen door een ruime subsidiëring. In 1954 kwam een liberaalsocialistische regering aan het bewind die een aanzienlijke vermindering van de subsidies invoerde voor katholieke scholen die hiervoor zware financiële problemen kregen. Massademonstraties en petities werden georganiseerd, zwarte vlaggen wapperden aan de kerktorens en de raadsleden van Eindhout schorsten bij wijze van protest een raadszitting. Dit alles kon niet verhinderen dat de zgn. wet Collard op 6 augustus 1955 in het Staatsblad verscheen. In 1958, toen de CVP weer aan de macht was gekomen, kwam het schoolpact tot stand, een compromis waarbij de vrije scholen bestaanszekerheid kregen door ruime subsidiëring en het rijksonderwijs expansiemogelijkheden verwierf door uitbreiding van het scholennet.

In het naburige Veerle werd een Rijksbasisschool opgericht.

Jongensschool Eindhout klas meester A. Aerts 4de en 5de studiejaar (1957-1958)

Van L naar R : Boven : 1 François Geudens, 2 Jan Van de Weyer, 3 Leon Caers, 4 Albert Van Genechten, 5 Jos Belmans, 6 Roger De Jong, 7 Frans Nevelsteen, 8 Jos Smets, meester Alfons Aerts. 2de rij : 1 Roger Mangelschots, 2 René Goukens, 3 Alfons Aerts, 4 Alfons Ven,  5 Domien Huygens, 6 Raymond Raeymaekers, 7 Jos Van Opstal, 8 Henri Huygens. 3de rij : 1 Frans Vervecken, 2 Raymond Van Dessel, 3 Roger Simons, 4 Eddy Helsen, 5 Marcel Goos, 6 Karel Huygens, 7 Raf Sels, 8 Willy Van de Plas. Onder : 1 Alfons Bastiaens, 2 René Meeus, 3 Leopold Cools, 4 Gislain De Jong, 5 Alfons Hendrickx, 6 Willy Vleugels, 7 Louis Verellen.

Vanaf 1958, het jaar van het schoolpact, zou het gemeentelijk- en vrij onderwijs te Eindhout veel verbeteringen ondergaan. Op 2 juni van dat jaar werd op vraag van hoofdonderwijzer Frans Cools goedkeuring verleend door de gemeente om een tweede halve dag te geven in de jongensschool. De schoolreizen die in het begin van de jaren ´50 voor het eerst werden georganiseerd, waren grotendeels door de ouders bekostigd. Het schoolpact voorzag echter ruime kredieten voor studiereizen en op 1 juni 1959 werd door de gemeente een bijkomende toelage van 15.000 fr voor de jaarlijkse excursie gestemd. Op 5 oktober 1959 werd het leerprogramma van de jongensschool vastgelegd en goedgekeurd door de gemeenteraad en op 21 december werd het aantal lesuren verminderd. Die dag werd eveneens besloten facultatieve cursussen Frans en muziek in de jongensschool in te richten. De lessen vonden doorgang na de schooluren. In 1960 werden twee kleuterklassen in nieuwe lokalen ondergebracht en in 1961 werd een fietsenrek voor 100 tweewielers op de speelplaats van de meisjesschool geïnstalleerd.

Onderwijzend personeel jongensschool omstreeks 1962

Van L naar R : Martin Loffens, Louis Cools, Juul Smolders (hoofdonderwijzer), Alfons Aerts, Alfons Sels.

In 1962 werden voor het eerst versnaperingen uitgedeeld in de scholen ter gelegenheid van het Sint-Nicolaasfeest en dat jaar werd de middagdienst ingericht. De kinderen konden voortaan ´s middags in de school blijven. Daarom werd dat jaar in de meisjesschool een zaaltje omgevormd tot refter voor de kinderen. Aanvankelijk konden alleen boterhammen genuttigd worden tot op 10 december 1963 de gemeenteraad besliste te voorzien in soepbedeling tijdens de wintermaanden in de gemeentelijke jongensschool en de vrije, gesubsidieerde meisjes- en bewaarschool.

Toen het schooljaar 1967-68 een aanvang nam, waren er 140 leerlingen in de jongensschool. Om een zesde klas in te richten, waren er slechts 130 vereist, hetgeen de inrichting van een bijkomende klas tot gevolg had. Ludo Verbraeken was de bijkomende leerkracht. Nog in 1967 werd de vierde graad, het zevende en achtste leerjaar officieel afgeschaft, zowel in de meisjes- als in de jongensschool. In 1969 werd de vijfdagenweek in het kleuter- en lager onderwijs ingevoerd.  

In 1970 nam Juul Smolders ontslag als schoolhoofd, een functie die hij sinds 1960 waarnam. Hij werd opgevolgd door Alfons Aerts (1970-76) ; Martin Loffens (1977-83) en Ludo Verbraecken vanaf het schooljaar 1983-84.

In het begin van de jaren ´70 begon de schoolbus te rijden. De kosten werden gedeeltelijk gedragen door de opbrengst van het schoolfeest en van andere activiteiten die het Buscomité organiseerde. Het zorgde voor de nodige financiën. Die geldmiddelen waren en zijn er nog altijd broodnodig ondanks de onderwijswet van 11 juli 1973 die voorzag in maatregelen om de zgn. discriminatie van het vrij onderwijs inzake leerlingentransport e.a. op te heffen. In 1977 werd deze taak overgenomen door een oudercomité opgericht onder de naam "Hand in Hand". Dit comité dat thans nog altijd werkzaam is, bestaat uit ouders die een kind hebben in één van beide scholen. Het zorgt voor de goede verstandhouding tussen de ouders en de leerkrachten onderling. Het houdt ook de schoolbus in stand en zorgt tevens voor andere financiële tegemoetkomingen. Langs dit comité hebben ook de ouders thans meer inspraak in wat er in de beide scholen gebeurt.

Dit mochten de verdienstelijke zusters Annonciaden van Huldenberg niet meer te Eindhout beleven want in 1968 besliste het bisdom om het klooster en de school aan de parochie over te dragen. De zusters van Huldenberg hebben gedurende 60 jaar de soms moeilijke taak op zich genomen, de meisjes en de kleuters van Eindhout de "eerste beginselen van geleerdheid" bij te brengen. Zij hebben hun taak volbracht in moeilijke en soms ondankbare omstandigheden, zoals oorlog, armoede, geldgebrek en slechte behuizing, maar gedreven door hun pedagogisch idealisme en christelijke liefde zijn ze met onderscheiding in hun opdracht geslaagd.

Onderwijs tussen 1908-1940

Menu

De eerste onderwijzers