11. Alfons Belmans (1933-1939).

Hij was burgemeester van Eindhout tijdens de turbulente jaren ´30. Zijn legislatuur begon op 11 februari 1933 en eindigde op 19 mei 1939. Hij werd geboren te Oevel op 23 juni 1897 als zoon van landbouwer Benedikt Belmans geboren te Geel op 26 december 1870 en Clementina Mannaerts geboren te Seraing op 22 maart 1870. Hij was de derde van negen kinderen. Het gezin woonde aan de Stokberg. Van beroep was hij bediende. In de periode 1927-1932 was hij raadslid geweest. Bij de verkiezingen van 9 oktober 1932 waren drie kandidaatslijsten ingediend. Alfons Belmans, die propagandist van het ACV was, "trok" lijst één die 137 stemmen en twee mandaten haalde. Zijn lijst haalde het minst aantal stemmen maar doordat hij een coalitie aanging met de derde lijst van Bernard Aerts en Desiré Belmans die drie mandaten haalden, kreeg hij de burgemeesterssjerp. Op 2 januari 1933 legde hij de eed af als raadslid en werd hij tot schepen gekozen, samen met Bernard Aerts. Op 15 februari 1933 leidde hij de eerste raadszitting. Daarop werd Desiré Belmans tot tweede schepen gekozen. In 1933 werd beslist de bestaande telefoonlijn in de gemeente te vernieuwen en de lijn verder te leggen. Op 12 augustus 1933 werd een nieuw politiereglement opgesteld waarna de vorige werden nietig verklaard. In 1933 was er een hoge werkloosheid te Eindhout. Op 26 september 1933 werd een oproep gedaan aan de "bestendige onvrijwillige werklozen" om onderhoudswerken aan de gemeentewegen uit te voeren. Er zou een bijslag van 3 fr. per dag uitgekeerd worden. Er was in die tijd een "plaatselijk komiteit tot werkverschaffing aan de werklozen" opgericht. Het bestuur bestond uit burgemeester Alfons Belmans, secretaris Frans Verelst, mijnwerker Frans Van Dingenen, fabrieksarbeider Leopold Raeymaekers en de landbouwers Constant Van Neylen en Jozef Verachtert. Door de economische crisis, moest de gemeente weer veel behoeftige steun verlenen. Hierdoor was de financiële toestand weer kritiek geworden. Daarom werd in de periode 1934-1935, 140.000 fr. geleend van het gemeentekrediet. Op 10 februari 1934 besliste de raad een gedeelte van de bouwvallige kerkhofmuur te slopen en door een ijzeren "grillie" te vervangen. De muur vormde een gevaar voor het steeds drukker wordend verkeer.     

Op 19 februari werd bij hoogdringendheid een gemeenteraad samengeroepen door burgemeester Belmans. Hierop werd officieel kennis gegeven van het afsterven van koning Albert Ι. Er werd "een adres van rouwdeelneming"" naar de koninklijke familie gestuurd. Er werd ook een proclamatie aan geplakt in het dorp waarin het droevige nieuws werd bekendgemaakt. Tevens werd verzocht de vlag aan de huizen "halfstok te hijsen".

Op 30 maart 1934 werd op verzoek van de herbergiers en neringdoeners van de gemeente een jaarlijkse driedaagse kermis gestemd op Beloken Pasen.

In 1935 werd een comité opgericht "voor de passieve bescherming der burgerlijke bevolking". Het bestuur werd uitgemaakt door burgemeester Alfons Belmans, beenhouwer Victor Belmans, handelaar Frans Helsen, "ijsfabrikant en bierhandelaar" Karel Cools, gemeente-elektricien Clement Raeymaekers, elektricien Arthur Stijnen, schepen Bernard Aerts die zorg droeg voor de brandspuit en de kleermakers René Dassen en Edmond Sels.

Op 29 augustus 1935 werd besloten tot elektrificatie van de Trichelhoek. Er werd een oproep gedaan tot leningen in de gemeente. Anders zou bij het gemeentekrediet geleend worden hetgeen op 19 oktober 1935 gebeurde. Er werd een lening aangegaan van 50.000 fr.,aflosbaar in 30 jaar.

Op 9 mei 1936 werd door de gemeenteraad beslist ofwel het oude kerkhof te vergroten, hetgeen bijna onmogelijk was omdat de begraafplaats was ingesloten door wegen, ofwel een nieuw aan te leggen. In januari 1938 werd met Frans Helsen grond geruild waarop het nieuw kerkhof zou komen. Op 11 oktober 1938 werd, na advies van de provinciale dienst, besloten het westelijk deel van het kerkhof te laten verdwijnen. Op 25 april van dat jaar was al beslist het zuidelijk deel af te breken, wegens gevaar voor het verkeer (de kerkhofmuur belemmerde het zicht). Bovendien was de dorpsstraat te smal door de inham van het kerkhof.

In de jaren 1937-1938 werden nog andere grote werken te Eindhout aangevat : op 2 maart 1937 verkocht de gemeente twee perceeltjes grond aan "het staatscomité voor de aanleg van het Albertkanaal". Door die werken moest de buurtspoorweg Diest-Geel in 1937 omgeleid worden.

Op 5 april 1937 besloot de raad de namen van gesneuvelde soldaten uit Eindhout te laten "inlassen op de wanden van de omgang van het IJzermonument", aan 50 fr. per naam. Op diezelfde dag ondertekende de gemeente Eindhout voor zes jaar een akkoord met Geel betreffende hulpverlening bij brand, met bijdrage van 20 fr. per inwoner. Tevens werd een "ongewapend gemeentelijk vrijwilligersbrandweerkorps" ingericht en werd er een "grondreglement" ontworpen.

Alfons Belmans kon zijn ambtstermijn niet verlengen. Bij de verkiezingen van 9 oktober 1938 behaalde zijn christen-democratische lijst slechts vier mandaten. René Dassen sloot een coalitie met de partij van Frans Helsen die ook vier mandaten had behaald. Belmans werd met zijn partijgenoten naar de oppositie verwezen. Alfons Belmans was later nog korte tijd eerste schepen en overleed op 17 november 1944.

Burgemeester 10

Menu

Burgemeester 12