7. Louis Huypens
(1897-1909). |
Na de "grote heren" De
Marbaix en John Ward, werd opnieuw een geboren Eindhoutenaar burgemeester.
Petrus Ludovicus Huypens werd er geboren op 2 juli 1843 als zoon van Jan
Huypens geboren te Geel 6-11-1797 en Regina Van Pelt geboren te Eindhout
op 28-9-1806. Zijn vader was lange tijd gemeenteraadslid. Op 6 juni 1846
werden zijn tweelingzussen Carolina Julia en Maria-Elisabeth Huypens
geboren. Eerstgenoemde trad in het klooster. Hij rentenierde want als beroep
werd "eigenaar" opgegeven. Hij bleef ongehuwd en woonde samen met zijn drie
eveneens ongehuwde zussen in een huis in het Dorp. Het waren Antonia (1838),
Angelina (1841) en Maria-Elisabeth (1846). |
Hij werd tot schepen
gekozen op 21 juli 1888 in opvolging van de overleden Jozef Dassen en bleef
in die functie tot hij in 1897 burgemeester werd. Intussen was hij al
meermaals als plaatsvervanger van de afwezige John Ward opgetreden. |
Het
eerste waarvoor hij zich als burgemeester inzette was de bouw van een nieuw
gemeentehuis. Het was al een oude verzuchting van het Eindhoutse
gemeentebestuur een gemeentehuis te bezitten. De werken waren altijd
uitgesteld omwille van de slechte financiële toestand of omdat prioriteit
aan andere werken was gegeven. Een kamer in het huis van de burgemeester had
altijd gefungeerd als gemeentehuis. Bij iedere machtswisseling moesten de
archieven en meubelen noodgedwongen verhuisd worden. Tijdens de legislatuur
van John Ward bleef de Ossenstal dienst doen als gemeentehuis. Arthur Delsard
zag in zijn jeugd nog het bordje "gemeyntehuis" boven de deur hangen. In
1896 gebeurde zoals gebruikelijk de verhuis naar de woning van Louis Huypens
in het dorp. Op 31 oktober 1896 vroeg hij de overheid de machtiging om "in
het aanstaande jaar een nieuw gemeentehuis met gevang" te bouwen. Op 20
december 1897 werden de werken toegewezen voor 13.535 fr. aan August Leurs
uit Geel en in mei 1898 werd gestart met de bouw. Voor de meubilering werd
in 1899 een bijkomend krediet van 500 fr. gestemd. Naast de bouw van een
nieuw gemeentehuis, werd nog een ander "groot werk" uitgevoerd : de aanleg
van de tram. Tevens werd het plan opgemaakt voor de staatsweg Geel-Diest. Op
1 januari 1897 uitte de burgemeester samen met het gemeentebestuur de wens
om Geel en Diest te verbinden door een "nieuwe baan" langs Eindhout,Vorst,
Schoot en Engsbergen. Op 23 juni 1897 werd het ontwerp van de weg besproken
en goedgekeurd. De werken gingen gepaard met onteigeningen in de gemeente.
Hiertegen rees veel protest. Op 24 februari 1899 schreef de burgemeester
naar het arrondissement dat er een petitie in de gemeente was gevoerd om een
wijziging van het traject bij de overheid aan te vragen. Er werd voorgesteld
om de weg te verleggen langs "de Ster". Het zouden slechts enkele
herbergiers geweest zijn die een verlegging wilden om er zelf voordeel uit
te halen. Die staatssteenweg zou pas later aangelegd worden. In de periode
1890-1896 stond herhaaldelijk een bespreking op de agenda van de
gemeenteraad betreffende de aanleg van de buurtspoorweg. Op 14 mei 1895 had
de raad de medewerking geweigerd aan de tramlijn Westerlo-Meerhout omdat
Eindhout weinig betrekkingen met Meerhout onderhield. Op 5 februari 1898 werd
daarentegen wel goedkeuring verstrekt aan het plan voor de buurtspoorweg
Zichem-Geel. In de jaren 1899-1900 zou de tramlijn te Eindhout aangelegd
worden. |
Alhoewel de burgemeester de
75-jarige onafhankelijkheid van België op grootse wijze vierde, werd in
maart 1905 te Eindhout geen programma voor feesten opgesteld en evenmin werd
er een krediet gestemd. Er werd echter druk uitgeoefend vanwege de overheid
en op 4 juli 1905 werd er een krediet van 500 fr. gestemd. Op 6 september
werd een verslag opgestuurd van de feesten die hadden plaatsgehad op 30 juni
van dat jaar. |
In 1905 werden nieuwe
bliksemafleiders geplaatst op de kerktoren en de pastorij. Op het
gemeentehuis en de school werden er geen aangebracht. Deze gebouwen waren
gelegen in het Dorp "en waren beschermd door de roede van de kerk". In 1908
werden de nieuwe schoollokalen gebouwd, waar de meisjesschool werd
gevestigd. De zusters van Huldenberg kwamen er les verstrekken. Op 25
september 1908 gebeurde de aanneming door de gemeente. |
Burgemeester
Huypens overleed op 30 juli 1909. In november trad zijn opvolger Jozef
Helsen in dienst. |
 |
 |
 |