OUDE FOTO´S VAN GEBOUWEN 2 GROTER BEELD DRUK F11

GA MET UW AANWIJZER OVER DE KLEINE FOTO´S DAN ZIET U DE GROTE VERSIE MET ONDERAAN DE BIJHORENDE TEKST.

 

 
   
   
   
   
   
   
   
   
   
     

Dorpsgezicht uit 1910.
De school in het dorp werd gebouwd in 1870. Tot 1908 zaten alle jongens en meisjes hier samen in twee klaslokalen, die elk verdeeld waren in een grote en een kleine kant. Rechts op de foto is de school zichtbaar die in 1949 werd gesloopt. In 1870 was het één van grootste schoolgebouwen uit de omtrek. U bemerkt daarnaast herberg "de Klok" bij Frans Oeyen die enige tijd hulponderwijzer was en verderop het gemeentehuis en het huis van kleermaker Sels.


Een bekende winkel vorige eeuw was deze van Emiel Binnemans- Maria Hendrickx. Maria bediende de winkel en Emiel was naast kapper ook nog herbergier.


De hoek des Dorps.
Dat kunnen we inderdaad lezen op de vroegere zichtkaart uit 1920. Dit was inderdaad vroeger het kruispunt van de wegen naar Vorst en Meerhout (naar boven), naar Geel-Oosterlo (naar onder) en naar de dorpskom (naar rechts). Links op de foto herberg "De Keizer" (nu Dexia Bank) en rechts de oude woning van Fik van War (Victor Belmans) die in café "Het Anker" woonde (nu beenhouwerij "Het Mes").
De man op de kar is Frans Raeymaekers (Sus van Mette), landbouwer en herbergier uit "De Kroon". Naast de kar staat winkelier Theofiel Van Dingenen (Fil van Saske) met zijn hond.
Let ook op de wegwijzer (zonder armen) vóór herberg "De Keizer".
Het zelfde zicht heden.


De witgekalkte hoeve onder de linden in het dorp. Hier woonden Jef Cools en Josephien Van Dingenen. De woning verdween bij de heraanleg van de weg Eindhout-Meerhout in 1954.
De woning stond voor een gedeelte waar nu het monument van de gesneuvelde staat en voor een gedeelte op de huidige Stw. op Meerhout.


De foto is genomen voor de Samenwerkende Melkerij Sint-Lambertus, links Regina Bertels, rechts Jozef Schoors, in hun midden het oudste kleinkind Denise Schoors. Jozef en Regina waren de ouders van Dimphna Schoors die gehuwd was met Jan Geens.


Vroeger: "Café bij den Blokmaker" Emiel Binnemans-Maria Hendrickx.
Vandaag: "Café Sint-Lambertus" René Goukens-Lizette Baelus.


De molen van Van Reusel in het dorp.
Houten standaardwindmolen met open voet. Hij werd opgericht te Oevel in 1796. De mensen noemden hem "De Oevelmolen". In 1834 was een zekere Coomans de eigenaar. Daarna werd hij bemalen door verschillende molenaars waaronder Mannaerts en Laenen. In 1919 werd hij aangekocht door Jozef Van Reusel. De man had weinig geluk want voor het graven van het Albertkanaal, in 1936, moest zijn molen worden gesloopt. In 1939 werd hij aangekocht door Karel Van Reusel uit Eindhout. Die liet hem oprichten achter zijn woning in de huidige Berthoutstraat. "Boer Van Reusel", zoals Karel in het dorp werd genoemd, heeft niet lang gemalen want in 1946 werd de molen afgebroken.


De verdwenen lemen hoeve van Hufkens-Hoes. Het stond in de omgeving van "Speeltuin Dennenoord".


Oude verdwenen woning van Tuerlinckx aan het Kruispunt. Het was een herberg. Op het uithangbord stond: "Herberg De Zwaan". Na het overlijden van Tuerlinckx zetten zijn twee dochters de zaak verder. De eerste veloclub werd hier opgericht. De pleegzoon van de gezusters was Jozef Bourbon (Bonneke). Hij erfde de woning. Bij de aanleg van de "Bouwdewijnsnelweg" verdween de woning. De woning stond aan de rechterzijde van de weg op Meerhout, juist waar nu de brug van de autosnelweg over de Stw. op Meerhout loopt.


Verdwenen hoeve van Verberne langs de Bergstraat.


De vroegere Kerkstraat, nu Sint-Lambertusstraat, omstreeks 1910. Links de winkel van Saske en rechts de ijzeren afsluiting van het kerkhof, dat toen nog naast de kerk gelegen was. Op de achtergrond de woning van Angelina Huypens, zuster van de vroeger burgemeester Louis Huypens (1896-1909). De foto ernaast toont het zicht dertig jaar later.


Dit is hetzelfde zicht als de foto hiernaast, maar wel dertig jaar later. De oude winkel van Saske werd in 1939 verbouwd tot een voor die tijd "moderne" voedingszaak. Links ziet men de handelszaak van Marie Sas. Het was een hoedenwinkel, waar men eveneens "mercerie-artikels" kon kopen. Marie Sas werd in haar tijd als "modiste" betiteld.


De molen van Jozef Loffens op de Meir
In 1610 schreef de deken aan de bisschop dat de molen van Eindhout dikwijls draaide op zondag, hoewel werken op zondag verboden was door de kerk. In 1631 is er in het dorp sprake van het toponiem "Meulenblok". Dat wijst ongetwijfeld op het bestaan van een molen te Eindhout in vroegere tijden. Over de eerste molen(s) is echter weinig geweten. Franciscus Van de Vliet uit Dessel laat in 1779 een molen bouwen op de Meir. Het is een houten standaardmolen met open voet. De man bemaalt zijn molen niet zelf, maar verhuurt hem tweemaal na elkaar voor een termijn van negen jaar en daarna nogmaals voor zes jaar. Na het overlijden van Van de Vliet wisselt de Eindhoutse molen verschillende keren van eigenaar. In 1906 komt hij in handen van Victor Lavrysen uit Oosterlo-Geel. De molenaar moet echter, wegens gezondheidsredenen, zijn molen al vroeg van de hand doen. Jozef Loffens koopt hem in 1929 tegen de prijs van 25.000 fr. Na de Tweede Wereldoorlog is voor de graanwindmolens de beste tijd voorbij. Hoge uitbatingkosten en steeds minder werk maken de zaak onrendabel. De Eindhoutse molen bleef nog in bedrijf tot in 1956. Op 13 en 14 juni 1960 werd hij afgebroken, de wieken en trap werden gebruikt voor de molen die werd opgericht aan de "Halve Maan" in Diest.
Links op de foto de vroegere woning van Victor Lavrysen, hij verkocht ze omstreeks 1931 aan Pieter (Piejer) Janssens-Clementina Oeyen (1897-1992) uit Veerle, die er na te hebben bijgebouwd een moderne klompenmakerij starten.
Op het einde van de straat de woning van Karel Sels, vader van de huidige bewoner Gregoor.


De molen van Jozef Loffens op de Meir
In 1610 schreef de deken aan de bisschop dat de molen van Eindhout dikwijls draaide op zondag, hoewel werken op zondag verboden was door de kerk. In 1631 is er in het dorp sprake van het toponiem "Meulenblok". Dat wijst ongetwijfeld op het bestaan van een molen te Eindhout in vroegere tijden. Over de eerste molen(s) is echter weinig geweten. Franciscus Van de Vliet uit Dessel laat in 1779 een molen bouwen op de Meir. Het is een houten standaardmolen met open voet. De man bemaalt zijn molen niet zelf, maar verhuurt hem tweemaal na elkaar voor een termijn van negen jaar en daarna nogmaals voor zes jaar. Na het overlijden van Van de Vliet wisselt de Eindhoutse molen verschillende keren van eigenaar. Een zekere Van Gool zou eind 19de- en begin van de 20ste eeuw nog molenaar zijn geweest, hij woonde in het eigenlijke molenhuis (de latere woning van Karel Peetermans) en baatte er ook nog een winkel uit. In 1906 komt hij in handen van Victor Lavrysen uit Oosterlo-Geel. De molenaar moet echter, wegens gezondheidsredenen, zijn molen al vroeg van de hand doen. Jozef Loffens koopt hem in 1929 tegen de prijs van 25.000 fr. Na de Tweede Wereldoorlog is voor de graanwindmolens de beste tijd voorbij. Hoge uitbatingkosten en steeds minder werk maken de zaak onrendabel. De Eindhoutse molen bleef nog in bedrijf tot in 1956. Op 13 en 14 juni 1960 werd hij afgebroken, de wieken en trap werden gebruikt voor de molen die werd opgericht aan de "Halve Maan" in Diest.
Links op de foto de woning van Karel Peetermans (Kasper) die in 1932 op zijn buik zo verder kruipend de dodelijk getroffen Alfons Sterckx (8 jaar oud, zoon van Rik Sterckx) van onder de wieken haalde.
Rechts van de molen staat het kleine molenhuisje, Victor Lavrysen had hier een vuurmolen laten inbouwen om als er geen wind was nog te kunnen malen. Deze raakte echter al vlug in onbruik. Nadien hebben in deze woning nog veel jonggehuwde koppels met hun kroost verbleven.Als 1.Sus Voet-Maria Gijbels (ouders van Marcel Voet op de Meir), 2.Sus Verbraeken-Dimphna Smets (ouders van Marie op Ham), 3.Leonie Geboers+Echtgenoot, 4.Alfons Van Uytven (De Muis)-Dimp Vermuisen met 6 kinderen, 5.Jozef Gabriels-Clothilde Van De Weyer, 6.Isidoor Hendrickx (Dox van Bet)-Clementina Peeters, 7.Jozef Bastiaens-Marie Ennekens, 8.Karel Bourbon-Nathalia Hendrickx, 9.Jan Aerts-Marie Verbraeken, 10.Alfons Hendrickx-Marie Janssens, 11.Alfons Van Thielen-Marie Van der Borgt, 12.Marcel Hendrickx-Paula Dheedene, 13.Maurice Meeus-Clementina Peetermans. Na een brand was het huisje niet meer bewoonbaar en werd afgebroken.
Uiterst rechts staat de woning van Alfons Hendrickx (1882-1960)-Elisabeth (Bet) Sterckx (1882-1965) mijn grootouders.


Deze hoeve stond tot omstreeks 1960 schuin tegenover de Sint-Bavokapel in de Trichelhoek. Ze heeft ooit toebehoord aan het gezin Peeters-Vleugels. Eén van de laatste bewoners was "Leon van`t Meulderke", een ongehuwde man die voordien nog had verbleven op het kasteel van de Ossenstal. Het kasteel is te zien op de twee foto´s hieronder.


De verdwenen hoeve van Louis Vennekens-Olga Sels stond aan de Meir te Eindhout.


Het kasteel van de Ossenstal.
In 1854 liet de eigenares van de Ossenstal, mevrouw Vander Elst-Meulenbergh, een landhuis bouwen in de nabijheid van de hoeve. Dat gebouw werd "Het Kasteel van de Ossenstal" genoemd. Na haar overlijden erfde haar aangenomen zoon, John Ward-Meulenbergh, die burgemeester van Eindhout was van 1890-1896, het kasteel met alle landerijen en bossen. Na het overlijden van John Ward in 1896, verlieten zijn kinderen het Ossenstalkasteel. Het bleef toen enkele jaren onbewoond, tot het in 1900 werd aangekocht door Graaf de Merode van Westerlo. Toch werd het nooit door de Merodes bewoond. Nu volgden de bewoners van het kasteel elkaar in snel tempo op. In het begin van de 20ste eeuw verbleven er scheutisten. Tijdens de Tweede Wereldoorlog legerden er meermaals soldaten. Nadien geraakte het snel in verval. Op 16 juni 1951 werd begonnen met de afbraak van het kasteel. Om de volledige geschiedenis van de Ossenstal te weten klik hier.


Het kasteel van de Ossenstal.
In 1854 liet de eigenares van de Ossenstal, mevrouw Vander Elst-Meulenbergh, een landhuis bouwen in de nabijheid van de hoeve. Dat gebouw werd "Het Kasteel van de Ossenstal" genoemd. Na haar overlijden erfde haar aangenomen zoon, John Ward-Meulenbergh, die burgemeester van Eindhout was van 1890-1896, het kasteel met alle landerijen en bossen. Na het overlijden van John Ward in 1896, verlieten zijn kinderen het Ossenstalkasteel. Het bleef toen enkele jaren onbewoond, tot het in 1900 werd aangekocht door Graaf de Merode van Westerlo. Toch werd het nooit door de Merodes bewoond. Nu volgden de bewoners van het kasteel elkaar in snel tempo op. In het begin van de 20ste eeuw verbleven er scheutisten. Tijdens de Tweede Wereldoorlog legerden er meermaals soldaten. Nadien geraakte het snel in verval. Op 16 juni 1951 werd begonnen met de afbraak van het kasteel. Om de volledige geschiedenis van de Ossenstal te weten klik hier.


De Sint-Bavokapel
Het bedehuis is zeer oud en dateert minstens uit de 12de-13de eeuw. Misschien heeft de kapel ooit als parochiekerk gediend omdat in de Trichelhoek reeds in de Middeleeuwen een woonkern was gevestigd en de Sint-Lambertuskerk pas later werd gebouwd. De kapel is een bakstenen zaalkerkje met driezijdig gesloten koor. Het scherpe zadeldak, met leien bedekt, draagt een dakruiter. De omlijsting van de korfboogdeur, de waterlijsten en de dekplaten van de steunberen zijn in witte steen uitgevoerd. West- en noordgevel zijn gesloten. Het interieur van de kapel wordt verlicht door spitsboogvensters in de zuidwand. Vooraan is een kleine sacristie aangebouwd. De kapel wordt door lindebomen overschaduwd. Ze werd in 1985 grondig gerestaureerd. In de 17de eeuw was ze bekend als bedevaartsoord. Iedere donderdag werd er een mis opgedragen en kwamen de mensen uit de omliggende dorpen er naartoe. Zelfs uit Diest en het Hageland kwamen ze naar de Trichelhoek. Er was een put op het kerkhof van de kapel, waarvan de gelovigen het water dronken als remedie tegen kinkhoest. Daardoor zouden veel mensen genezen zijn. Op die put stond een afbeelding van de H. Bavo die het "hoestenmenneken" werd genoemd. De bedevaarten bleven duren tot het begin van de 20ste eeuw. Eén oktober, de feestdag van de H. Bavo (Baafmis,Bamis) was de grote bedevaartdag. Geleidelijk was uit die begankenis de zogenaamde "Bamismarkt" gegroeid, die nog tot de jaren 1920-1930 bleef bestaan.
De foto dateert van omstreeks 1900.
De Sint-Bavokapel heden.


Joannes Vercammen (1849-1921) bouwde zelf zijn huis in de Rendershoek te Eindhout. Het was een langgerekte lemen boerenwoning met strodak. Jan was, naast kleine landbouwer, ook nog koetsier bij madame Vander Elst van het Ossenstalkasteel. Op zekere dag, toen de kasteeldame bij hem op bezoek kwam, was Jan bezig aan zijn woonst. Op haar vraag waarom hij het huis in stukjes bouwde, antwoordde Jan Vercammen: "Ik spring niet verder dan mijn stok lang is madame." Na zijn vader heeft Karel Vercammen-Briers nog in de hoeve gewoond. Thans is ze verdwenen. Frans Oyen en zijn echtgenote Bertha Vercammen (kleindochter van Jan), wonen op de plaats waar ze vroeger stond. Op de foto ziet men Karel Vercammen met een zak graan op de kruiwagen op weg naar de molen. Zijn dochter Marie staat naast de deur tegen de muur.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Foto´s van oude gebouwen 1

Menu

Foto´s van oude gebouwen 3