OUDE FOTO´S VAN GEBOUWEN 1 GROTER BEELD DRUK F11

GA MET UW AANWIJZER OVER DE KLEINE FOTO´S DAN ZIET U DE GROTE VERSIE MET ONDERAAN DE BIJHORENDE TEKST.

   
   
   
   
   
   
   
   
   
   
     

Rechts de woning van de familie Boeykens, gebouwd in 1780. De foto werd genomen tussen 1940-1950.
Het zelfde zicht heden.
De woning van de familie Boeykens heden.


De Heikant.
Eén van de bijzonderste plaatsen in de Heikant was "Het Kruispunt". Gelegen in het noorden van de gemeente, was het de plaats waar de wegen naar Geel, Meerhout, Diest en het Dorp van Eindhout samenkwamen. Op de foto café "Het Kruispunt" met Philomena Bens in de deuropening. Links vooraan wijst een mooie wegwijzer de richting aan. Let ook op de fiets links tegen de muur, en rechts het tafeltje met stoelen. Het kruispunt was eveneens een tramhalte op de lijn Mol-Westerlo. Café "Het Kruispunt" heden.
De foto werd genomen in 1910.


De drie kinderen in het midden op de foto zijn de kinderen van molenaar Victor Lavrysen Julia (links), Maria (midden) en Jeanne (rechts).


Dorpsgezicht omstreeks 1935.

Links op de voorgrond, het herbouwde café van Jozef Daems (de Brusseleir). De lage woning zonder verdieping was enkele jaren voordien afgebrand (zie foto 2de rij rechts). De zaal van de fanfare "De Standaard" staat tegen de woning aangebouwd. Het volgende huis in de rij is de woning van Charel Couwberghs, handelaar in boter en eieren. Hij bezat toen al een auto, model "Ford-T". Nog verder woont schoenmaker Alfons Binnemans en daarachter parochiezaal "Ons Huis". Rechts vooraan een gedeelte van de huisgevel van de familie Dassen (nu Goukens-Baelus café "Sint-Lambertus") en daarnaast de woning van koster Victor Goossens.


Een vroeger zicht op de dorpskom vanaf de Meir.
De foto dateert van omstreeks 1926. Links ziet men een gedeelte van de uitgestrekte boomgaard van Isidoor Hendrickx-Mens. Achter de haag hun woning. Rechts het huis van Voordeckers met daarachter zaal "Ons Huis", gebouwd in 1925. De volgende gevel is het huis van Alfons Binnemans-Van den Dries. Let ook op de afwezigheid van elektriciteitspalen langs de weg. Het net in het dorp werd pas aangelegd in 1928-1929.


Het Gemeentehuis
Eeuwenlang was er geen gemeentehuis in Eindhout. Er werd vergaderd in de huiskamer van de burgemeester of van een der schepenen. In de 19de eeuw was het gemeentehuis achtereenvolgens de woning van burgemeester Corneel Dassen (1814-1833), Jan-Baptist Hollans (1833-1860), Frans Van Dingenen (1861-1866) en A.E.J. De Marbaix (1867-1888). Het waren allemaal welgestelde landbouwers. Na het vertrek van De Marbaix, die op de Ossenstal woonde, bleef op deze hoeve nog tot 1898 het uithangbord "Gemeentehuis" hangen. De steeds uitbreidende administratie vereiste echter een ruim gebouw. Toen Lodewijk Huypens in 1897 burgemeester werd, was zijn eerste doel een nieuw gemeentehuis te bouwen. In de "eerste steen" werden volgende namen gebeiteld:
De Gouverneur: Baron Osy Vanzegwaard
De prov. Griffier: A. Van der Beken Pasteels
De burgemeester: L. Huypens
De schepene: Hendrickx
De secretaris: F.J. Dassen
De prov. Bouwmeester: P.J. Taeymans
MDCCCLXXXXVIII


Rechts de woning van bakker Heus-Sels, heden bakker Swerts, verder achter de kleine woning heeft nu kapper Luc Helsen zijn salon.


Dorpsgezicht uit 1920
In het midden het gemeentehuis uit 1898-1899. Rechts daarvan café "De Klok" van Frans Oeyen, ooit hulponderwijzer en eerste brandverzekeringsagent van maatschappij "De Schelde" uit Antwerpen. Links op de foto het monument van de gesneuvelden uit de Eerste Wereldoorlog. Op de voorgrond een oud Duits houwitserkanon uit 1914. Elke gemeente die erom vroeg, kreeg na de oorlog een dergelijk "souvenir" om haar dorpsplein op te smukken! Tijdens de Tweede Wereldoorlog hebben de Duitsers het kanon weggenomen.


De kapel van Onze-Lieve-Vrouw van zeven Weeën, in Eindhout meestal de "kapel van Ham" genoemd, werd gebouwd door de wethouders van Eindhout-Hamme. Het is een rechthoekig, bakstenen zaalkerkje bedekt met leien zadeldak met dakruiter. De top van de voorgevel, evenals de boogdeur en de beeldnis, is versierd met blinde rondbogen. Het bepleisterde en witgeschilderde interieur met tongewelf wordt verlicht door vier ronde oeil-de-boeufs. Deze devotiekapel werd rond het midden van de 17de eeuw opgericht. De architectuur vertoont nog gotische vormelementen. In 1978 werd de kapel gerestaureerd door de gemeente Laakdal.


Het Paviljoen.
Omstreeks 1865, enkele jaren na het kasteel van de Ossenstal, werd het Paviljoen gebouwd. In deze grote villa, die oogt als een kasteeltje, namen John Ward-Meulenbergh en zijn Engelse echtgenote Hortence Lambry hun intrek. Omdat Hortence niet kon aarden op het platteland, verhuisde het gezin na enige tijd naar Brussel. Na de dood van zijn echtgenote kwam John Ward zich opnieuw vestigen in Eindhout, ditmaal echter op het kasteel van de Ossenstal. Na zijn overlijden werd het Paviljoen verkocht aan notaris Raedts van Westerlo. Van dan af waren de bewoners van de villa overwegend stadsmensen, die er rust zochten. Eén van de laatste bewoners van het Paviljoen was Arthur Vranckx-Van Lommel uit Eindhout.
Julie van Lommel, echtgenote van Arthur Vranckx, poseert vóór haar woning.


Het Paviljoen.
Omstreeks 1865, enkele jaren na het kasteel van de Ossenstal, werd het Paviljoen gebouwd. In deze grote villa, die oogt als een kasteeltje, namen John Ward-Meulenbergh en zijn Engelse echtgenote Hortence Lambry hun intrek. Omdat Hortence niet kon aarden op het platteland, verhuisde het gezin na enige tijd naar Brussel. Na de dood van zijn echtgenote kwam John Ward zich opnieuw vestigen in Eindhout, ditmaal echter op het kasteel van de Ossenstal. Na zijn overlijden werd het Paviljoen verkocht aan notaris Raedts van Westerlo. Van dan af waren de bewoners van de villa overwegend stadsmensen, die er rust zochten. Eén van de laatste bewoners van het Paviljoen was Arthur Vranckx-Van Lommel uit Eindhout.


Het gemeentehuis van Eindhout werd gebouwd in 1898-1899. De foto werd genomen omstreeks 1927. U herkent het gebouw rechts, vooraan afgesloten door een muur en een "ijzeren gril". Links de kerk met vooraan de kerkhofmuur. Vooraan rechts staat Theofiel Van Dingenen, de uitgever van de prentkaarten Van Dingenen-Sas. Tegen de muur van het gemeentehuis staan twee kinderen van Theofiel Van Dingenen nl. Jozef (met trommel) naast hem zijn zuster Maria. In de verte staat Edmond Sels met enkele familieleden voor zijn huis.


De Meisjesschool.
Het nonnenklooster van de meisjesschool in het dorp. Rechts van het klooster de twee aangebouwde klassen, links de melkerij. De gebouwen van de school werden opgetrokken in 1908. De gemeente Eindhout kwam voor 3000 fr. tussen in de bouw- en inrichtingskosten. De grote ijveraar voor de oprichting van de meisjesschool was pastoor Jacobus Helsen.


De Ossenstalhoeve.
Tot de twintigste eeuw was Eindhout economisch bijna volledig afhankelijk van de landbouw. De grootste en tevens oudste hoeve was de Ossenstal, die tot aan de Franse Revolutie eigendom was van de Abdij van Tongerlo. In de 17de en de 18de eeuw was er nog geen sprake van de huidige benaming. Er werd, omwille van de grondligging, melding gemaakt van de "Hoeve tot Vorst". Elders spreekt men van de "dinghoeve" omdat de meier en de laten van Ham er de "gedingen" of rechtszittingen hielden. Tijdens de Franse Revolutie werd de hoeve als "zwart goed" openbaar verkocht. Later kwam ze in handen van Petrus Meulemans. Zijn zoon Jerome diende in het leger van Napoleon en nam omstreeks 1830 de hoeve van zijn vader over tot aan zijn overlijden in 1853. Daarna kwam Alphonse De Marbaix, de latere professor in de landbouwwetenschappen te Leuven, de hoeve beheren. Tijdens zijn verblijf fungeerde de hoeve als gemeentehuis van Eindhout. Na zijn vertrek naar Meerhout had de Ossenstalhoeve haar glorietijd beleefd. De laatste uitbaatster, vooraleer de hoeve werd verkaveld en verkocht, was de familie Wijnants uit Eindhout.
De foto werd genomen omstreeks 1910.


De melkerij.
Op de foto, achter de hoge haag, de Samenwerkende Melkerij Sint-Lambertus. De kinderen uit de jongensschool poseerden natuurlijk graag voor de fotograaf. Zelfs een grazende geit op het graspleintje vóór de school mocht op de foto van omstreeks 1921.
Het was omstreeks 1914 dat de melkerij van "Boer de Wever" langs de Meerhoutse weg te Eindhout haar activiteit staakte. Die melkerij omvatte een ruimte in de woning van De Wever, waar de boeren hun melk machinaal konden afromen. Het was dus geen melkerij in de echte zin van het woord. Kort nadien werd onder impuls van burgemeester L. Huypens door enkele personen, onder wie: Lambert Hendrickx, Isidoor Hendrickx, Norberta Helsen en Constant Van Neylen, de "Samenwerkende Melkerij Sint-Lambertus" opgericht. De melkerij lag in het dorp, naast de meisjesschool. De landbouwers konden er hun melk laten afromen, waarvoor ze nadien werden uitbetaald volgens de geleverde hoeveelheid en de graden vetgehalte. De melkerij verwerkte de room tot boter en verkocht deze en de karnemelk aan de particulieren. Omstreeks 1940, toen de meeste landbouwers zelf een melkontromer aankochten, moest de plaatselijke melkerij, wegens gebrek aan voldoende melkaanvoer, worden gesloten. Vandaag is het vroegere melkerijgebouw omgebouwd tot een café met de typische naam: "Het Kruikske". Ongetwijfeld een verwijzing naar de vroegere Samenwerkende Melkerij Sint-Lambertus.


Tramhalte Paviljoen.
Herberg "Het Paviljoen" werd gebouwd in 1870. Het gebouw deed aanvankelijk dienst als verblijf voor het dienstpersoneel van de villa (kasteel). Eén van de bekendste bewoners was het echtpaar Wayenbergh-Van Grunderbeek. De man was hovenier en zijn echtgenote aanvankelijk huishoudster. Later opende zij in het gebouw een herberg. In 1988 nam Jan-Baptist De Jong, boswachter van John Ward, zijn intrek in de herberg. De familie De Jong zou er blijven wonen tot aan de Tweede Wereldoorlog. Bij de aanleg van de tramlijn Eindhout-Zichem, in 1895, werd herberg "Het paviljoen" een tramhalte.
Op de foto die omstreeks 1900 werd genomen, zijn duidelijk de tramsporen van de lijn Eindhout-Zichem, te zien, die toen reeds in gebruik was.


Tramhalte Paviljoen.
Herberg "Het Paviljoen" werd gebouwd in 1870. Het gebouw deed aanvankelijk dienst als verblijf voor het dienstpersoneel van de villa (kasteel). Eén van de bekendste bewoners was het echtpaar Wayenbergh-Van Grunderbeek. De man was hovenier en zijn echtgenote aanvankelijk huishoudster. Later opende zij in het gebouw een herberg. In 1988 nam Jan-Baptist De Jong, boswachter van John Ward, zijn intrek in de herberg. De familie De Jong zou er blijven wonen tot aan de Tweede Wereldoorlog. Bij de aanleg van de tramlijn Eindhout-Zichem, in 1895, werd herberg "Het paviljoen" een tramhalte.
De foto werd genomen vóór 1900.


Rechts op de foto de oude herberg van de gezusters Tuerlinckx. Ze droeg als uithangbord: "De Zwaan". De tramsporen liepen rakelings langs de woning.
De foto is van omstreeks 1920.


De Meir omstreeks 1935.
Links vooraan het verdwenen huisje van "De Wever" dat ooit nog een herberg was. Daarachter de woningen van Louis Carens (later Gerard Van Geel) en schilder Jef Spruyt waar de auto voor de woning staat. Rechts woonde Lot Binnemans met haar broer Gustaaf en wat verder ziet men herberg "Het Voske".
Links op de foto in de deuropening Maria Cuypers (echtgenote van de Wever), midden op de weg met fiets Martha Carens (dochter van de Wever)(1914), recht tegenover Martha staat Victor Couwberghs, vooraan van links naar rechts Frans Binnemans (1927), Jos Deliën, Josephina Binnemans (1931) en Stans Deliën.

 

 

 

 

 

 

 

 

Menu

Foto´s van oude gebouwen 2